Zuid-Amerika: overzicht

Door: Jan, op Sunday 20 December 2009 om 4:39

Chile en Paaseiland

maandag 26 oktober: Santiago de Chile, dag 1
dinsdag 27 oktober: Santiago de Chile, dag 2
woensdag 28 oktober: De Vette Koe
donderdag 29 oktober: Niet naar Valparaiso

vrijdag 30 oktober: Vertrek naar Paaseiland
zaterdag 31 oktober: Halloween op Paaseiland
zondag 1 november: Tropische regenbuien
maandag 2 november: Met de jeep door het oerwoud
donderdag 5 november: Rapa Nui night

Mendoza en Buenos Aires

8 – 13 november: Spaanse les in Mendoza
13 november: Empanadas eten bij de juf
14 november: Puente del Inca
20 november: Asado
21 november: Slechte wijn, lekkere olie
22-25 november: Belgen in Mendoza

25 november – 2 december: Buenos Aires

Peru en Machu Picchu

3 december: we huren een auto
4 december: Een bek vol zand
5 december: Mysterieuze tekeningen in Nazca
6 december: De mummie en de cavia
6-8 december: Verloren en ziek
9 december: Drijvende eilanden

Drijvende eilanden

Door: Jan, op Sunday 20 December 2009 om 4:34

Aan de haven van Puno nemen we een bootje naar de Islas Flotantes of Drijvende Eilanden, waar een groep mensen woont die honderden jaren geleden op originele wijze gevlucht zijn voor de bloeddorstige Inca’s. Op een eindje van de kust hebben ze met behulp van drijvend riet nieuwe eilanden aangelegd.

Het riet gaat verschillende meters diep, maar rot na verloop van tijd weg. Daarom moet het van bovenaf telkens ververst worden. Er wordt ons aangeraden om niet op de donkere stukken te stappen, anders zouden we wel eens kunnen “verdwijnen”.

Het riet betekent echt alles voor deze mensen. Ze bouwen er niet alleen hun eiland mee, maar ook hun huizen en boten.

Ze eten er zelfs van. Dat moeten we ook proberen.

Smaakt naar niet veel, een beetje selder-achtig.

In de haven van Puno hebben we een schriftje gekocht en kleurpotloodjes, dat we hier aan een schattig jongetje met de naam Juan geven. Hij verdwijnt meteen naar zijn hut om te kleuren.

Drie uur en drie eilanden later is de excursie afgelopen.

We varen terug en vertrekken met de auto naar Cuzco. Onderweg merk ik hoe rood Jessica’s gezicht ziet, en een uurtje later begint het bij mij ook te gloeien. Ondanks de bewolking zijn we toch allebei zwaar verbrand. Pijnlijk!

Verloren en ziek

Door: Jan, op Sunday 20 December 2009 om 2:15

Het zit ons even niet mee. We willen vanuit Arequipa doorrijden naar Puno (Lake Titicaca), maar de GPS stuurt ons verkeerd.

We zijn anderhalf uur ver en het is donker aan het worden, wanneer we ontdekken dat de GPS ons wil doen afslaan in een baan die… niet bestaat. Ongelooflijk. Drie uur kwijt, en we zijn terug in Arequipa. We stellen een nieuwe route in en proberen nog eens.

We volgen de GPS door heel wat kleine straatjes van Arequipa (inclusief de achterbuurten) en het is al donker als we uiteindelijk aan de rand van de stad komen. We zijn moe en van plan om zo snel mogelijk een hostel te boeken, maar we zijn blij dat we uiteindelijk een hoofdweg gevonden hebben die de stad uit leidt, in de juiste richting. 

En dan plots… verandert de geasfalteerde hoofdweg in een kiezelbaan. Raah! Verslagen maken we rechtsomkeer, terug naar het (veilige) historische centrum van de stad, waar we inchecken in een hostel. De volgende dag nog maar eens proberen dan, maar de propere kamers en het draadloze internet maken veel goed.

De volgende dag vinden we wel de juiste baan, maar aan Lake Titicaca vinden we een verschrikkelijk lelijke, vuile, angstaanjagende stad. Jessica herinnert zich de naam van een hotel dat ze in een boekje gelezen heeft, en de GPS weet het zijn: het ligt even buiten de stad, vlak langs het meer, op een wondermooie locatie, maar natuurlijk verschrikkelijk duur.

Jessica weet de walk-in prijs van 180 dollar per nacht te onderhandelen naar 95 dollar. Nog altijd veel te veel (we ontdekken later dat je op internet kamers kan boeken voor 70 dollar), maar we hebben geen zin om in Puno een goedkope herberg te moeten gaan zoeken, met het risico dat er iets met de auto (of met ons) gebeurt.

Vanuit onze kamer hebben we tenminste een mooi uitzicht op (een stukje van) het meer.

Bovendien hebben we last van de hoogte: Puno ligt op 3800 meter hoogte en dat voelen we. De eerste nacht slapen we nauwelijks van de hoofdpijn, Jessica heeft koorts. Het is aangeraden om in bed te blijven liggen om te acclimatiseren, maar vanuit het raam zien we lama’s waar we niet vanaf kunnen blijven.

Als stilzitten geen optie is, dan maar een andere manier om hoogteziekte te bestrijden. Weeral een beproefd middeltje van de Inca’s dat redding brengt: coca-blaadjes kauwen.

Aan ons hotel ligt een oude boot uit de 19e eeuw (het precieze jaar zijn we vergeten) die volledig gerestaureerd werd om als varend museum te dienen.

De vrouwelijke kapitein is klein en stoer (zoals Jessica) en geeft niet alleen uitleg, maar ook praktijklessen.

Pas na een volledige dag en nacht voelen we ons klaar om Lake Titicaca te gaan bevaren.

De mummie en de cavia

Door: Jan, op Sunday 20 December 2009 om 0:11

Arequipa heeft bijna een miljoen inwoners, maar het historisch stadscentrum is best mooi en gezellig.

Het Plaza de Armas wordt ook “het witte plein” genoemd omdat de kerk en alle gebouwen errond opgetrokken zijn uit witte vulkaansteen.

Maar achter gesloten deuren bevindt zich een andere schoonheid: Juanita, het 14-jarig meisje dat enkele eeuwen geleden door de Inca’s geofferd werd. We mochten geen foto’s nemen, dus de beelden komen van internet:

500 jaar geleden moest Juanita (vernoemd naar haar ontdekker Johan Reinhardt) dagenlang stappen naar de top van de vulkaan, onder begeleiding van enkele priesters. Daar kreeg ze chicha (maïsbier) te drinken, als verdoving voor de klap tegen haar schedel. Ze werd begraven in foetuspositie, maar door aardbevingen is ze een krater ingerold, waar ze in 1995 tijdens een expeditie ontdekt werd.

Juanita is bijzonder omdat haar lichaam in zo’n goede staat is. Wetenschappers hebben haar kortstondig ontdooid voor onderzoek, toen is ook deze foto genomen van haar huid en vingernagels:

Wonderbaarlijk. Zwaar onder de indruk verlaten we het museum. En geloof het of niet, maar na het zien van de mummie hebben we honger. We vinden een rustig voetgangersstraatje vol restaurants en nestelen ons op het dakterras.

Op de kaart zie ik Cuy staan en ik twijfel niet. Weet je niet wat een cuy is? Zo ziet het eruit:

En op het bord:

Gefrituurde cavia, een Peruaanse specialiteit uit de tijd van de inca’s, die nu ook nog bij feestelijke gelegenheden zoals kerst en verjaardagen op tafel gezet wordt.

Kan niet slecht zijn, toch?

Jessica verklaart me voor gek, maar proeft toch een klein stukje.

Al knagen de Peruanen alles af, tot de kop toe, ik heb genoeg:

Beoordeling: er is, zoals verwacht, niet veel vlees aan. De textuur en de smaak van zowel het gefrituurde vel als het vlees zelf lijken op kip. Wel heb ik de indruk dat het rattenvlees iets wateriger is van smaak dan kip, minder uitgesproken dus. Maar als Kentucky Fried Chicken plots cavia (of rat) zou serveren, veel verschil zou je niet merken. Dat geeft te denken…

Mysterieuze tekeningen in Nazca

Door: Jan, op Friday 18 December 2009 om 15:16

Het is maar een paar uurtjes rijden naar de luchthaven van Nazca, waar we in een klein vliegtuigje stappen om de beroemde Nazca lijnen te bewonderen.

 

De Nazca lijnen zijn gemaakt door een pre-inca volksstam, maar niemand weet waarvoor ze dienen, omdat ze alleen vanuit de lucht te bewonderen zijn. Konden die mensen vliegen misschien? Of zijn de tekeningen bedoeld voor buitenaardse wezens? Er zijn veel theorieën, maar geen bewijs.

Het is eerst even zoeken omdat we niet goed weten hoe duidelijk zichtbaar de lijnen gaan zijn, maar dan wijst de piloot naar buiten. De tekeningen zijn scherp afgelijnd, maar wel kleiner dan we verwacht hadden.

De piloot maakt scherpe bochten en helt zwaar over om de tekeningen goed te laten zien. Het is moeilijk om foto’s te nemen, want daarvoor moet je schuin gaan hangen en je goed concentreren op één punt. Niet zo’n goed idee, ik voel het onweren in mijn buik. Ik kijk naar Jessica en herken haar ongemakkelijke blik. Ik vrees dat als Jessica gaat overgeven, ik mij ook niet ga kunnen inhouden. Ik probeer ver vooruit te kijken, naar de horizon.

De vlucht duurt een half uurtje. We houden het goed vol. De landingsbaan is al in zicht, als Jessica het plots niet meer kan houden. In haar hand, op de zetel en tegen het raampje. De cabine vult zich met een merkwaardig zoete geur: Inka Cola.

Als we geland zijn, zegt de piloot dat Jessica zich geen zorgen moet maken, het komt (niet onverwacht) wel vaker voor. De piloot krijgt wat drinkgeld, en Jessica gaat zich opfrissen in het toilet. Ze voelt zich veel beter nu. Ik tril nog op mijn benen en hang een uurtje in een stoel in de wachtzaal om te bekomen, niet klaar om te rijden.

Dan kunnen we toch eindelijk op weg, richting Arequipa, maar de afstand is te groot om er die dag nog te geraken. We rijden een uurtje in het donker, maar besluiten dat het wat te gevaarlijk is. In het eerstvolgende dorpje is een hostel, waar we in een schimmelig ruikend kamertje voor 30 soles (7 euro) mogen overnachten.

Een bek vol zand

Door: Jan, op Friday 18 December 2009 om 14:33

We besluiten geen tijd te verliezen in Lima. Enkele uurtjes na onze landing zitten we al op de Panamericana Sur autostrade, richting Nazca, waar je over de beroemde lijntekeningen kan vliegen. Maar onderweg lezen we in de Lonely Planet over Huacachina, een oase in de woestijn waar het leuk vertoeven is, en we besluiten daar te stoppen voor de nacht.

We rijden door het dorpje met de auto, maar hoe klein het ook is (er is maar 1 straat die in een vierkant loopt) en hoe hard we ons best ook doen, het is net donker geworden en we zien de oase niet. We stoppen dan maar aan een hostel dat ook weer aangeraden wordt door Lonely Planet en boeken een kamer.

De volgende ochtend doen we het kalmpjes aan. Het hotel heeft een zwembad, waar we tot de middag aan blijven liggen.

In andere streken was het te koud (Paaseiland, Buenos Aires), of was er geen zwembad (Chile, Mendoza). Voor het eerst voel ik me echt op “vakantie”. Peru heeft meteen een streepje voor.

We dachten dat de oase zelf ergens buiten het dorpje zou liggen, in de zandheuvels, maar plots vinden we de oase gewoon in het midden van het dorpsvierkant. De weg komt er gewoon niet langs, ze is alleen bereikbaar via een wandelpad. Wel mooi.

 

Ik zie een watervogel en wil een mooie foto nemen. Ik kan tot op een meter van het beest kruipen, voor het wegvliegt!

Jessica amuseert zich met de zoektocht naar leuke oorbelletjes en het onderhandelen over de prijs.

En dan is het tijd voor… sandboarding!

Met een woestijnbuggy rijden we door de zandheuvels, de afdaling geeft kriebels in de buik. Het enige probleem: voor ons zitten ouders die hun kindjes van EEN en DRIE jaar bij hebben. Uiteraard zijn ze bang van het lawaai en beginnen ze te wenen als de buggy scherpe bochten of zelfs lichte sprongetjes maakt.

Onverantwoord, denken we, maar de papa heeft een morbide gevoel voor humor. Als iemand hem vraagt of de kindjes niet te klein zijn om te sandboarden, zegt hij: “ik denk als je kindjes van de berg duwt, dat ze dan gewoon naar beneden rollen, nee?”

En ook: “what doesn’t kill them, makes them stronger. And if it DOES kill one or both of them, it will make their mother stronger.”

Uiteindelijk zal de mama de heuvels afstappen met de twee kindjes in de hand, terwijl de papa plezier aan het maken is. Jessica kijkt mij al aan alsof ik schuldig ben aan hetzelfde.

We krijgen een plank aangeboden en moeten beslissen of we rechtstaand, dan wel op onze buik de heuvel afgaan.

‘t Is wel hoog zeg.

We kunnen snowboarden, dus de eerste keer gaan we allebei rechtop.

Ik ga enkele meter rechtdoor, maar dan probeer ik bochtjes te maken. Zand reageert niet zoals sneeuw en ik val.

Jessica lijkt het slimmer aan te pakken door gewoon rechtdoor te gaan en het evenwicht te bewaren.

Maar dan valt ook zij. Hard. Ik ben net niet snel genoeg om haar stofwolk vast te leggen.

Maar ik heb wel verschillende foto’s van Jessica met haar bek vol zand. Smakelijk!

Volgende keer toch maar op de buik.

En voorwaar, dat is leuker en gaat veel sneller!

We glijden verschillende heuvels af aan een miljoen kilometer per uur. De buggy brengt ons telkens terug naar boven.

Maar dan valt de avond en iedereen is moe, dus het wordt tijd om naar huis te gaan.

We kruipen allemaal terug in de buggy, maar de chauffeur is nog een praatje aan het slaan. Iemand ziet een derde chauffeur onze benzinetank opendraaien en er een halve jerrycan uittappen. Vreemd, maar ja. Tot onze chauffeur wil vertrekken. We geraken nog de eerste heuvel op, maar daarna valt de buggy stil. Benzine op.

Een andere chauffeur stopt en geeft ons wat benzine. We vertrekken, maar een heuvel verder: boenk, opnieuw stil. Ondertussen is het volledig donker, en dan wordt het koud in de woestijn. De kindjes beginnen terug te wenen, enkele passagiers nerveus omdat zij een bus moeten halen. De chauffeur zegt dat we ons geen zorgen moeten maken, maar uiteindelijk duurt het wel een uur voor hij de motor terug aan de praat krijgt. Hij heeft ook geen zaklamp bij, zodat ik met de flits van mijn camera de motor moet bijlichten.

Maar eind goed al goed, in het donker rijden is ook leuk (spannend) en we zijn nog op tijd in het dorp voor de BBQ met gratis Pisco Sour en Cuba Libre à volonté voor iedereen!